geschiedenis 20e eeuw

20e eeuw: tegenstellingen en veranderingen

 
 

De twintigste eeuw is de eeuw van grote tegenstellingen en snelle veranderingen. De industrialisatie neemt explosieve vormen aan. Tot voor kort kleine, overwegend agrarische plaatsen als Oosterhout, Dongen en Veghel groeien in korte tijd uit tot belangrijke industriƫle centra waar duizenden goedkope arbeidskrachten heen trekken.

 

Zij wonen aanvankelijk veelal in kleine krotachtige woningen. En de rijke fabrikanten dan? Zij bouwen hun huizen op riante kavels, weg van de smeer en de stank van hun industrieƫn. Er ontstaat een maatschappelijke tweedeling tussen platte petten (arbeiders) en hoge hoeden (fabrikanten). Maar al snel beseft men dat men zuinig moet zijn op de arbeiders: zij bepalen immers voor een groot deel het succes van de productie.

Er komen voorzieningen als elektriciteit, gas en stromend water. Volkswoningbouw moet een einde brengen aan de slechte omstandigheden waarin vele arbeiders verkeren. Goede scholing en gezondheidszorg komen hoog in het vaandel te staan en door de oprichting van arbeidersvakverenigingen, geschoeid op een rode dan wel katholieke leest, krijgen de werknemers ook een, zij het vaak bescheiden, stem in het kapittel.

Rijke Roomse Leven
De tijd van Rijke Roomse Leven breekt aan. Het is de tijd waarin de rooms-katholieke kerk, katholieke verenigingen en onderwijs- en zorginstellingen het leven van de gelovigen (proberen te) domineren. Tot ver in de jaren 1950 bepalen katholieke regels en gebruiken het dagelijks leven, de jaarindeling, de inrichting van het huis, de omvang van het gezin en de onderlinge sociale verhoudingen.

Katholiek zijn in woord en daad, van de wieg tot het graf: dat was je levensdoel. Dertig jaar later gaat echter nog minder dan 5 procent van de katholieken zondags naar de kerk en het pauselijk bezoek aan Noord-Brabant in 1985 trekt maar weinig aandacht.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog kiest Nederland voor neutraliteit. In Noord-Brabant zijn de gevolgen van de strijd elders echter duidelijk voelbaar. In dit nationaal bolwerk worden duizenden soldaten ingekwartierd. Meer dan een half miljoen Belgische vluchtelingen steken in 1914 de grens over op zoek naar onderdak en voedsel.

In de jaren dertig wordt het gevaar uit het oosten groter. Reden voor de aanleg van de Peel-Raamstelling in oostelijk Noord-Brabant. De politiek van neutraliteit kan niet worden gehandhaafd in 1940, als Duitsland ons land bezet. Terwijl het noorden van het land nog een hongerwinter te wachten staat, behoort Noord-Brabant in het najaar van 1944 tot de eerste gebieden die door de geallieerden worden bevrijd.

Verwoestingen
De strijd leidt tot veel verwoestingen op Brabants grongebied. De vrijheid brengt nog geen vrede. Die zou pas in mei 1945 komen. Daarna blijven militairen in de provincie actief: in kazernes, op de Oirschotse en Vughtse hei, en op de vliegvelden Volkel, Gilze-Rijen, Woensdrecht en Welschap.

Tussen 1890 en 1947 vindt er in Noord-Brabant een spectaculaire demografische groei plaats: de bevolking verdubbelt in deze periode naar 1,2 miljoen mensen. Rond het jaar 2000 zijn dat er 2,3 miljoen. Eindhoven, in 1913 een plaats met 13.000 inwoners, telt in 1936 tien keer zoveel mensen. Eind twintigste eeuw wonen er meer dan 200.000 mensen.
Brabant verstedelijkt in rap tempo. Het weinig aanlokkelijke perspectief van een tweede Randstad doet velen de ogen openen. De strijd tussen 'rood' en 'groen' begint. Organsaties als Natuurmonumenten en Brabants Landschap kopen sinds de jaren 1930 grote stukken natuur op die als buffer moeten dienen tegen de oprukkende bebouwing en infrastructuur. 
 

Cultureel erfgoed onder druk
Door moderniseringsdrift komt ook het regionale cultureel erfgoed onder druk te staan: kerken en kapellen verdwijnen, eeuwenoude boerderijen worden gesloopt om plaats te maken voor enorme ligboxenstallen en historische binnensteden worden doorkruist door moderne vierbaanswegen.

Monumentenorganisaties luiden de noodklok. Heemkundekringen gaan in de tegenaanval en dragen bij aan historische bewustwording. Naast de Brabantse natuur komt zo ook het regionale verleden opnieuw in de belangstelling te staan, zij het vaak in de nostalgische variant daarvan.

Historische publicaties, streekmusea, cultuur- en natuurtoeristische routes en televisieprogramma's als De Wandeling trekken veel belangstellenden. Globalisering heeft tot gevolg dat de Brabander steeds meer op zoek gaat naar zijn wortels.
 
bron website van omroep brabant