johannes Hermanus van Dongen
Of je nu rijk of arm was, het boerenleven betekende hard werken. Wonen in een boerderij betekende dus eigenlijk ook meteen werken. 's Morgens vroeg op om de dieren te verzorgen, de rest van de dag werk en 's avonds op tijd naar bed. Als je zo hard werkte moest je natuurlijk goed eten. Maar een arme boer had niet zoveel te eten en daarom was voor hem het leven extra zwaar.Op de boerderij werkte iedereen mee. De boer, de boerin, knechten, meiden en kinderen. Hoe groter de boerderij, hoe meer knechten en meiden. Die woonden vaak ook op de boerderij. Iedereen had zijn taak. De mannen deden het 'grote'werk, zoals de akkers bewerken en de koeien naar het veld brengen en weer ophalen. De vrouwen zorgden voor schoonmaken, koken en klussen rondom het huis. De boerin maakte vaak zelf boter met de karnton. De kinderen werkten ook mee en deden allerlei klussen.Was het dan ook wel eens gezellig op de boerderij? Jawel, soms. Tussen de middag kwam iedereen die in de buurt van de boerderij werkte in de keuken warm eten. Er was geen gedoe met borden en bestek, je at gewoon met z'n allen uit een grote pan. Op zondag werd er kalm aan gedaan. Het geloof was heel belangrijk en in de bijbel staat dat zondag een rustdag is. Een beetje naaien en sokken stoppen mocht wel en de dieren moesten natuurlijk ook eten. Maar verder mocht er niet gewerkt worden en ging het hele dorp naar de kerk. Soms waren er wel eens feesten, zoals de kermis of oogstfeesten. Dan trok iedereen mooie kleren aan en ging flink feest vieren.
Van Gogh heeft in zijn vroege werk veel boeren en landarbeiders afgebeeld, thuis of aan het werk. Hij schilderde hen met veel betrokkenheid, en schuwde daarbij niet de sombere, armoedige en ‘lelijke' kanten van het boerenbestaan.
Van Gogh maakte De aardappeleters in april/mei 1885 en zag dit werk als een soort meesterproef. Hij koos een moeilijke compositie om te bewijzen dat hij op weg was een goede figuurschilder te worden. Bovendien wilde hij een echte ‘boerenschilder’ zijn, net als de Franse meester Jean-François Millet die hij zeer bewonderde. |