Adriaan Cornelis Verhoeven

Adriaan Cornelis Verhoeven
 
zn van Jacobus Verhoeven, landbouwer en Johanna Maria Verheijen, geb Alphen 25 feb 1871, landbouwer, overl Alphen 24 okt 1943, tr Alphen 10 nov 1894 op 23 jarige leeftijd met Maria Theresia Kennes, 29 jaar, dr van Jan Franciscus Kennes en Anna Elisabeth Wouters, landbouwers, geb Baarle Nassau 25 mei 1865, overl Alphen 3 aug 1935.
 
Te Alphen geboren kinderen:
  1. Johanna Elisabeth (Lies), geb 27 feb 1896.
  2. Franciscus Josephus (Frans), geb 4 sept 1901, overl 30 juli 1991 te Gilze Rijen, tr met Maria Anna Catharina Zoontjens.
  3. Josephus Adrianus (Sjef), geb 20 nov 1902, overl, tr met Maria Elisabeth Schepers.
  4. Anna Maria, geb 14 jan 1904, overl Oosterhout 11 apr 1985, tr Gilze Rijen 14 jan 1930 met Dingeman van Dongen. Zie verder Anna Maria Verhoeven.
 
In het bevolkingsregister van Alphen, periode 1927-1936, staat de gehele familie plus de landbouwersknecht Jacobus Hakkens.
 
 
 
Veranderingen in het boerenleven
 
 
Op onderstaande foto zien we de meid, zij stookt het vuur in een vuurpot. Vlak daarboven hangt de waterketel aan een draaihaal die bevestigd is aan een draaiboom. In de meeste boerderijen gebruikte men in de negentiende eeuw geen draaihaal maar een ketting- of zaaghaal. Dit huishouden gaf kennelijk de voorkeur aan een zware vuurhaal die ook geschikt was om een omvangrijke sopketel met koeienvoer boven het vuur te hangen. Een ouderwetse situatie, aangezien de meeste vuurhalen in onbruik waren geraakt door de snelle opkomst van de plattebuis sinds het midden van de negentiende eeuw.
Wel dienen we ons hierbij te realiseren dat kachels ’s zomers doorgaans werden opgeruimd omdat ze dan voor te veel warmte en ruimtebeslag zorgden. Schouwen met een ruime schoorsteen bleven bovendien nog tot ver in de twintigste eeuw in trek voor het roken van hammen en spek; eveneens een reden om de stap naar een permanente kachel of fornuis uit te stellen. 
Ten slotte wijzen we op het lampegat of vizierhool in de schouwwand. Door dit venstertje kon men vanuit de luie stoel in de herd op eenvoudige wijze een oogje houden op de beesten in de stal achter de brandmuur en op een veilige manier de voorstal verlichten door er een lamp in te plaatsen. 

Henri Berssenbrugge maakte in het begin van de twintigste eeuw een uitgebreide fotoserie van de 
Tongerlose Hoef en zijn bewoners. De foto van de herd is informatief met betrekking tot de wooncultuur 
(coll. RHC Tilburg).



Bewuste keuzen
Mede onder invloed van de Marshallhulp kwamen de agrarische ontwikkelingen in de jaren vijftig van de twintigste eeuw in een stroomversnelling. Ook de woonhuizen begonnen in deze periode sterk te veranderen als gevolg van betere voorlichting en van het opleiden van boerendochters, met name door de Noord-Brabantse Christelijke Boerenbond.
 
De beschikbaarheid van goedkope, kant-en-klare bouwmaterialen en de ruimere financiële middelen lieten hun sporen na in de boerderijen. Aanvankelijk bleven verbouwingen in het voorhuis van boerderijen nog relatief beperkt van omvang, maar in de jaren zestig werden de woongedeelten uitgebreid met ruimten die voorheen tot de (voor)stal hoorden.
 
Er kwamen nieuwe sanitaire voorzieningen. De herd veranderde in een woonkamer en de geut werd uitgebouwd tot keuken. Ook het uiterlijk van veel boerderijen veranderde door de plaatsing van grote vensters in gevels en dakkapellen op zolders, waar nu aparte slaapkamers voor de kinderen werden gemaakt. 

Sommige mensen kozen er echter voor om op een oude wijze te blijven wonen en werken. In veel Brabantse dorpen kon men in de negentiende en twintigste eeuw vergelijkbare ouderwetse huishoudens vinden van ongetrouwde broers en zussen. Bij gebrek aan kinderen en dus ook aan de noodzaak om het bedrijf op tijd te moderniseren voor een volgende generatie konden sommigen zich de relatieve ‘luxe’ permitteren om de boerderij te behouden zoals die was.