Huijbrecht Cornelis Jans
Huijbrecht Cornelis Jans
gedoopt RK Etten 2 apr 1608, zoon van Cornelis Joannes en Catharina Petrus
trouwen rond 1633/34 met Antonia Cornelis (Theuntien) Cools
Uit dit huwelijk geboren te Etten:
1. Maria , gedoopt 13 aug 1634.
2. Catharina, gedoopt 17 feb 1636
3. Laurentius, gedoopt 15 aug 1639
Trouwen met Gulielma Jans, woonachtig in Standdaarbuiten, ik vond 1 doop van
zijn kind.
4. Cornelia, gedoopt 14 jan 1641
5. Marinus, gedoopt 8 sep 1642
6. Joannes (Hoodts), gedoopt RK Etten op 10 april 1644
Trouwen Gastel 15 apr 1675, Joannes is dan 31 jaar oud, met Cornelia Geeraers
van Berghen.
Bij het trouwen komt de achternaam van Gageldonck erbij.
Overleden voor 1679 want dan hertrouwde Cornelia.
7. Quirinus Hoodts, gedoopt RK Etten op 10 april 1644
tweede trouwen in Klundert, ondertrouw 17 dec 1702 met Dingena Wouters
Vlamings. hij heeft dan de naam Krijn Huiberden van Gageldonck.
8. Catharina, gedoopt RK Etten op 1 sept 1646
Trouwen in Zevenbergen op 18 feb 1674 met Joannes Bapt Goedesoon.
Huijbrecht Cornelis is evenals zijn vrouw alleen terug te vinden zonder achternaam van Gageldonck of Cools.
Pas zijn twee zonen Joannes en Quirinus (Krijn) noemen als achternaam van Gageldonck bij hun trouwen. Hun zus Catharina doet dat niet bij haar trouwen.
de eerste vermelding van de achternaam van Gageldonck vond ik in Etten-Leur in 1619, een doopakte.
Het kind heet Wilhelmus van Gageldonck, gedoopt 27 okt 1619. Vader heet Johannes Huberts van Gageldonck. Vooral omdat er huberts in voorkomt, denk ik dat er een connectie is. De moeder heet Maria Wilms.
Oude plaatjes van Etten
De Markt te Etten met links de hervormde kerk en gemeentehuis, 1778.
Historie
In een akte, gedateerd 10 juni 1261, komt de naam Etten het eerst voor. Deze akte is van het stift Thorn, dat tot aan 1795 de tienden in Etten bezat. Reeds toen was Etten een flink dorp. Dit kwam door de turf die afgegraven werd. In de 13e eeuw kreeg het dorp een schepenbank. De heren Uten (of: Van den) Houte verkregen rond 1300 de rechtsmacht over Etten. In 1450 kochten de heren van Breda dit over. Tot 1795 bleef het gebied van Etten, waartoe ook een deel van Sprundel behoorde, in handen van de Nassau's. In 1375 schonk Jan uten Houte Etten een vernieuwd rechtsreglement zodat het bestuur en de rechtspraak verbeterd werden.
De turfafgravingen hebben veel betekend voor Leur. Begin 1450 wordt de Leurse haven voor het eerst genoemd. Daar Leur op een kruispunt van land- en waterwegen lag, ontwikkelde dit dorp zich tot een handelscentrum. Na de turf werden vooral landbouwproducten verhandeld. Tevens ontstonden hier ambachtelijke bedrijven zoals leerlooierijen en pottebakkerijen. Deze bloei duurde, met enige kleine onderbrekingen, tot aan het midden van de 19e eeuw. Het verval wat toen inzette werd enigszins gecompenseerd door de suikerfabriek op Zwartenberg, die van 1869 tot 1919 in bedrijf geweest is. Daarna werd het verval steeds groter.
Rond 1317 werd Etten een eigen parochie. De eerste kerk stond ongeveer op de plaats van de huidige Raadskerk. In Leur werd in de 14e eeuw een kapel gebouwd, die in 1584 verbrand werd. Daarna kerkten de Leurenaren weer in Etten, tot 1785. Toen kreeg Leur haar eigen kerk en reeds tien jaar later werd zij een zelfstandige parochie.
Etten was lange tijd zeer welvarend. Jarenlang behoorde de gehele Vrijheid van Etten, Leur en Sprundel, zoals haar officiƫle naam was, tot de volkrijkste plaatsen in de Baronie. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog nam het inwonertal dramatisch af, om daarna weer te stijgen. Door de inpolderingen was er landbouw- en veeteeltgrond in overvloed. Omstreeks de tweede helft van de negentiende eeuw begon ook hier een daling in de welvaart. De landbouw werd steeds meer gerationaliseerd, wat met een uitstoot van arbeidskrachten gepaard ging. Veel Etten-Leurenaren zochten werk in andere plaatsen, waardoor de vertrekcijfers vaak de geboortecijfers overtroffen. Vanaf 1950 begon het Rijk met een inhaalslag. Etten werd tot groeikern benoemd en de industrie (en het inwonersaantal) begon te groeien. Door de streekfunctie die Etten kreeg steeg ook het winkelbestand. De twee dorpen werden aan elkaar gebouwd en de naam veranderde van Etten en Leur in Etten-Leur. Nu is de gemeente een huizenzee met een groot voorzieningenapparaat.
bron:regionaal archief west-brabant