gerardus johan van gageldonk
Gerardus Jansen van Gageldonk
zoon van Johannes Huib van Gageldonk en Cornelia Geeraers van Berghen, gedoopt Standdaarbuiten 11 nov 1677, overleden ?, bouwman.
Getrouwd met Elisabeth Cornelissen Dircken op 14 nov 1705 te Standdaarbuiten. Gerardus was 28 jaar oud en Elisabeth 19 jaar oud.
Uit dit huwelijk, gedoopt te Standdaarbuiten:
1. Joannes Gerardus, gedoopt 23 dec 1706,?
2. Anna, gedoopt 7 sep 1708, begraven Zevenbergen 17 mei 1780, 71 jaar oud.
Getrouwd Standdaarbuiten 18 jan 1733, zij 24 jaar oud met Adrianus van Loon.
Hij was 23 jaar oud.
3. Cornelia, gedoopt 15 sep 1710, ?
4. Cornelis Gerardus, gedoopt 14 okt 1712, overleden en begraven Zevenbergen 21
jan 1764, 52 jaar oud.
Getrouwd met Maria jans Oomen, op 29 juni 1738 te Zevenbergen. Hij was 25 jaar
oud en zij 23 jaar oud. Zie verder Cornelis van Gageldonk (1712)
Een tweede huwelijk met Jenneke Adriaanse Joanna Heestermans, getrouwd op 19 mei 1715 te Standdaarbuiten. Jenneke was 29 jaar oud en Gerardus inmiddels 38 jaar oud en met 4? kinderen.
Uit dit huwelijk:
1. Adrianus, gedoopt 19 feb 1716, overleden 19 mei 1721, 5 jaar oud.
2. Elisabeth, gedoopt 22 aug 1717, begraven 24 juli 1797, 79 jaar oud. Getrouwd
te Standdaarbuiten 25 jan 1739 met Jan Sitters.
3. Balduinis, gedoopt 20 dec 1719, overleden voor 11 aug 1731, rond 12 jaar oud.
1797
24-07 Elisabeth van Gageldonk weduwe Johannis Sitters gewoond bij den weg tusschen den Eeersten en den Tweeden Kruiswegh
Korte historie Standdaarbuiten
Standdaarbuiten is ontstaan door het inpolderen van gebied ten noorden van Oudenbosch en de Mark in 1525 / 1526 onder markies Jan III van Bergen op Zoom. In de zuidhoek van deze polder, "Het Oudland van Standdaarbuiten" geheten, kwam het dorp. De inpolderingen waren daarmee niet afgelopen: in 1613 werd het grondgebied uitgebreid met de Mancia-Winterpolder of "Het Nieuwland van Standdaarbuiten", in 1700 met de Prins Hendrikpolder en in 1765 met de ingepolderde schorren langs de Mooie Keene. Sindsdien had de gemeente een oppervlakte van 1338 ha. Zij heeft tot 1795 behoord tot het markiezaat van Bergen op Zoom. Daarna, in het begin van de 19e eeuw, werd zij een gemeente. Vanaf 1997 maakt zij deel uit van de gemeente Moerdijk.
Het dorp heeft een bewogen geschiedenis achter de rug: in en na 1572 plunderden en brandschatten de Watergeuzen het gebied, in 1760 brandde zo goed als het gehele dorp af en tijdens de bevrijding in de Tweede Wereldoorlog werden zowel Standdaarbuiten als Noordhoek vrijwel geheel verwoest. Echter de gemeente kwam er altijd weer bovenop.
Tot het midden van de jaren vijftig van de vorige eeuw was Standdaarbuiten een centrum voor de vlasteelt.
Eerste bestaansgrond was en is de landbouw en veeteelt en daaraan gerelateerde ambachtelijkheid. Vanaf de tweede helft van de 19e eeuw vonden veel mensen werk in de suikerindustrie. Dit duurde tot ongeveer 1920. Toen nam de vlasteelt het over tot ongeveer 1950. Standdaarbuiten was hiervoor het Brabantse centrum. Daarna gingen veel mensen over op de champignonteelt. Ook hierin werd Standdaarbuiten het belangrijkste gebied voor West-Brabant. Ondertussen nam ook de functie van woonkern toe. Door betere verbindingen werd de streek ontsloten.
Het dorp heeft een bewogen geschiedenis achter de rug: in en na 1572 plunderden en brandschatten de Watergeuzen het gebied, in 1760 brandde zo goed als het gehele dorp af en tijdens de bevrijding in de Tweede Wereldoorlog werden zowel Standdaarbuiten als Noordhoek vrijwel geheel verwoest. Echter de gemeente kwam er altijd weer bovenop.
Tot het midden van de jaren vijftig van de vorige eeuw was Standdaarbuiten een centrum voor de vlasteelt.
Eerste bestaansgrond was en is de landbouw en veeteelt en daaraan gerelateerde ambachtelijkheid. Vanaf de tweede helft van de 19e eeuw vonden veel mensen werk in de suikerindustrie. Dit duurde tot ongeveer 1920. Toen nam de vlasteelt het over tot ongeveer 1950. Standdaarbuiten was hiervoor het Brabantse centrum. Daarna gingen veel mensen over op de champignonteelt. Ook hierin werd Standdaarbuiten het belangrijkste gebied voor West-Brabant. Ondertussen nam ook de functie van woonkern toe. Door betere verbindingen werd de streek ontsloten.
Boerenschuren
Schuur van de familie Scheele. Aan de landzijde heeft de schuur nog een gepotdekselde houten gevel. In 1913 heeft men aan drie zijden een steense gevel opgetrokken. In vroeger tijden hadden alle boerenschuren geteerde gepotdekselde gevels
Jaar1934
Jaar1934